Tips bij het planten bij de Bloembollenactie Tuinpunt 2024.

Om teleurstelling te vermijden vindt u hierbij enige praktische tips.

Plant de meeste bloembollen na ontvangst zo snel mogelijk in de tuin. Indien u dit niet lukt, maak dan in elk geval de verpakking los of verwijder ze uit de niet-ademende plastiekzakken. Bewaar de bollen op een koele en luchtige plaats, zeker niet in de zon of bij een warmtebron. Voor langere bewaring is de groenteschuif van uw koelkast geschikt.

Indien u de bollen in potten en bloembakken wil planten zorg dan voor een goede drainage (kleikorrels, kiezel, schelpjes, perliet of piepschuim onder in de pot) en zet de pot bij vorst op een beschutte plaats of bescherm deze met noppenfolie, vermijd te veel vocht.

Grondsoort en bemesting

Iedere bloembol bevat een kant en klare plant met bloem en kan in principe in elke doorlatende grond bloeien. Wenst u jaren plezier te hebben van uw bollen zorg dan voor een goede tuingrond door toevoeging van compost en een weinig gedroogde koemest.

Voor een goede groei van de bol is het toevoegen van een kalimeststof aangewezen. Ideaal is Vinasse wat een natuurlijk bijproduct is van de suikerbietindustrie en te koop in de meeste tuincentra. Het is een natuurproduct dat langzaam de kali vrijgeeft en als u het na of tijdens het planten van de bollen toepast zullen de stoffen in het voorjaar door de planten opgenomen worden en een rijke bloei naar de volgende jaren verzekeren.

Planten

Voor de meeste bollen geldt de regel van de bol zo diep te planten dat er net twee bollen tot aan de oppervlakte bovenop kunnen worden geplaatst. In potten zal men dit uiteraard niet kunnen realiseren en moet men de bollen goed tegen de vorst beschermen.

Plant de bol met de ronde kant waar u een wortelkroon ziet naar beneden en met de punt naar boven. Bij twijfel kunt u de bol ook op zijn zij planten en zal hij zichzelf recht trekken.

De ideale planttijd voor de meeste bollen is oktober. Sneeuwklokjes, krokussen en narcissen mogen zelfs eerder geplant worden ... Tulpen en Alliums kunnen ook nog later, eind oktober tot december (zolang de grond nog niet bevroren is), geplant worden.

Bollen voor verwildering plant u beter niet op rijtjes maar in losse groepen, dat oogt meer natuurlijk. Combineer tulpen en narcissen met tweejarige planten zoals viooltjes, vergeet-mij-nietjes en muurbloemen om zo een extra lange bloei te bekomen en de afstervende bladeren te camoufleren ook Coronilla varia is een goede camouflageplant en bijenplant.

De meeste bloembollen verkiezen een zonnig en licht plekje, maar gezien in het voorjaar vele bomen en struiken nog geen bladerdek hebben, zult u wel voldoende plekjes vinden.

Bij strenge vorst hebben pas geplante bollen toch een goed bladerdek of bescherming nodig.

De meeste bollen kunnen in de grond blijven zitten na de bloei, verwijder wel de zaaddozen (niet bij Allium omdat deze zeer decoratief zijn) en laat het blad helemaal verdorren. Enkel tulpen kunnen best jaarlijks op een andere plaats worden geplant ter voorkoming van ziekte.

Specifieke opmerkingen bij sommige bollen

Narcissen op droge grond minstens 15 cm diep planten en voldoende bemesten.
Uitzondering voor de kleine bolletjes van de hoepelroknarcis.

Camassia : geef ze de ruimte ... het zijn bollen, die best op een doorlatend maar voldoende vochtige grond gedijen.

Irissen : minstens 15 cm diep planten voor herbloei te bekomen en splitsing te vermijden.

Fritillaria of keizerskroon : voldoende diep planten, zonnig en voedzame grond geven

Ipheons : zullen op een zonnig plekje langdurig bloeien en jarenlang meegaan.

Veel succes !